De historisch gemarkeerde hoofdentree van de watertoren is behouden gebleven. Bezoekers met de auto komen via de entree in de parkeerlaag het gebouw binnen. Bijzonder is de grondruil met het Goois Natuurreservaat. Daardoor ligt het paviljoen echt omgeven door bomen, midden in het bos. De realisatie van het paviljoen was essentieel om de kostbare renovatie van de watertoren en de duurzame maatregelen te kunnen bekostigen. Het gebouw heeft drie kantoorlagen en een parkeerlaag. De eigen waterzuivering ligt naast het gebouw.
Ook op het gebied van waterverbruik is het project uniek. Het pand heeft geen rioolaansluiting. Het afvalwater wordt gezuiverd door middel van een helofytenfilter. Het gezuiverde water dat daar uitkomt, wordt hergebruikt voor de toiletspoeling van alle toiletten in het gebouw. Daarmee wordt 80% van het drinkwaterverbruik gespaard en ontstaat een kleine waterkringloop. Op deze schaal was een helofytenfilter in Europa nog niet toegepast.
Een helofytenfilter kan afvalwater [1] van een gebouw op natuurlijke wijze zuiveren. Het filter bestaat uit een substraat of zandbed [2] waarin helofyten groeien. Dit zijn moerasplanten, zoals lisdodden, biezen en riet. De planten transporteren zuurstof naar de wortels, waar grote hoeveelheden zuurstofminnende bacteriën zich in het zandbed vestigen. De bacteriën zetten de afvalstoffen in het water om in voedingsstoffen voor de planten en zichzelf. Het gezuiverde water wordt via een grindlaag met drainageleidingen [3] naar een controleput [4] en vervolgens naar een eventueel reservoir [5] en terug naar het gebouw voor hergebruik geleid [6]. Een helofytenfilter is altijd circa 10°C tot 15°C en doet ook ’s winters zijn werk.
Met een warmtekrachtkoppeling (WKK) worden elektriciteit en warmte gelijktijdig in één installatie geproduceerd. Daardoor wordt de gebruikte brandstof [1] - vaak fossiele brandstoffen, maar het kan ook biogas of biomassa zijn - efficiënter aangewend. Met een turbine [2], aangedreven door de verbranding, wordt in een generator [3] elektriciteit [4] opgewekt. De restwarmte [5] die altijd vrijkomt bij de elektriciteitsproductie laat men niet verloren gaan maar wordt via een warmtewisselaar [6] langs koel water of koude lucht [7] gevoerd, dat vervolgens wordt gebruikt om bijvoorbeeld een gebouw te verwarmen [8]. Die gekoppelde productie van elektriciteit en warmte heeft een hoog totaalrendement.
Projectdetails
Opdrachtgever:
BWC Sustainable Development
Locatie:
Bussum
Realisatie:
2010
Fotografie:
Roos Aldershoff